slide2.jpg

BBMP01 2020We willen allemaal dat kinderen gezond, veilig en kansrijk opgroeien, ook de kinderen die door fysieke of cognitieve beperkingen of door een instabiele sociaal-emotionele context kwetsbaar zijn. Immers, ook deze kinderen hebben het recht om zich te ontwikkelen en een toekomst op te bouwen waarin zij deel uit kunnen maken van de gemeenschap en de maatschappij.

Passend onderwijs heeft wél en passende kinderopvang heeft géén verplichtend wettelijk kader. In de praktijk schuurt dat. Kinderen die op school vanwege gedragsproblemen extra ondersteuning krijgen, gaan na schooltijd zonder extra ondersteuning naar de buitenschoolse opvang. Dat geeft in de praktijk problemen en kan niet altijd volgehouden worden, dit zal niemand verbazen. Gelukkig lukt het dankzij de inzet van betrokkenen vaak wél om deze kinderen erbij te houden.

Als je nu het hele veld overziet, hoe staat het er dan voor in de kinderopvang? Deze vraag is voorgelegd aan drie adviseurs die de ontwikkelingen de laatste 10/20 jaar van nabij hebben meegemaakt. Mariëlle Balledux, adviseur preventie bij het NJi en betrokken geweest bij Alert4You, Jitty Runia, adviseur passende hulp bij het NJi en ambassadeur Alert4You/PACT voor Kindcentra en Janny Reitsma, programmaleider bij PACT voor Kindcentra. Alle drie zijn ze positief en optimistisch over de ontwikkelingen. Ze zien veel goeds gebeuren en het lijkt erop dat het gedachtegoed van passende kinderopvang geland is in de sector. ‘Er is echt een kentering gaande’, zegt Jitty Runia. ‘Toen Alert4You begon, waren projecten waarin jeugdzorg binnen de kinderopvang geïntegreerd werd, echt voorlopers. Het was revolutionair om kennis en expertise vanuit de jeugdhulp in te zetten in de kinderopvang.’ ‘En dat is nog maar tien jaar geleden. In mijn beleving heeft er vijf jaar geleden echt een omslag in het denken plaatsgevonden. Sinds twee jaar zie je dat er in de praktijk op veel meer plekken wordt samengewerkt tussen jeugdzorg, kinderopvang en onderwijs.’ 

‘Het is een continue opgaande beweging’, vult Mariëlle aan. ‘Maar de beweging is nog kwetsbaar voor invloeden van buitenaf. In 2015, toen de zorg gedecentraliseerd werd, zag je dat het moeizamer ging. Gemeenten worstelden met de vraag hoe zij de zorg moesten inrichten en hoe zij het beschikbare geld moesten inzetten.’

Het volledige interview is terug te vinden in BBMP nr. 1, verkrijgbaar via deze link.