slide2.jpg

Gijs van Rozendaal foto“Het zijn spannende tijden voor de kinderopvang, voor het primair onderwijs en voor de beweging rondom de ontwikkeling van kindcentra. Ik merk dat zelf heel direct in de mate van intensiteit van de gesprekken die ik voer over de uitwerking van een nieuw regeerakkoord. Die is namelijk van een geheel andere orde dan na de verkiezingen van 2016.” Aan het woord is Gijs van Rozendaal, voorzitter van de regiegroep Kindcentra 2020

Destijds hadden we als regiegroep Kindcentra 2020, in de aanloop naar de verkiezingen, ons boek Kindcentra 2020, naar een realistisch perspectief gepubliceerd, was de motie Yücel over het versterken van de samenwerking tussen onderwijs en kinderopvang aangenomen en was de taskforce samenwerking onderwijs en kinderopvang, onder voorzitterschap van Diana Monissen, gevormd. Vervolgens werd het na de verkiezingsdatum onwerkelijk stil en trok een aantal partijen zich terug aan de onderhandelingstafel. Tot ik op een dag door verschillende partijen werd gebeld, omdat het gesprek over kinderopvang van start ging.

Ik had me ook nu dus voorbereid op een paar rustige maanden. Juist omdat we vorig jaar intensief gesproken hebben met vrijwel alle programmacommissies en, zoals we al eerder constateerden, heel veel van ons gedachtegoed terug is te vinden in de meeste verkiezingsprogramma’s. Maar niets is minder waar. Ik geloof dat ik nog nooit zoveel memo’s in zo’n korte tijd voor zoveel mensen heb geschreven.

Op een verantwoorde manier transformeren
En dat is goed nieuws. Het betekent dat er door veel politici, ambtenaren, werkgevers en werknemers serieus wordt nagedacht over het huidige stelsel van kinderopvang en hoe we dat op een verantwoorde manier kunnen transformeren tot een stelsel voor alle kinderen.

In 2016 beperkten de gesprekken zich vooral tot een toegangsrecht voor de peuters. Nu is de scope echt van een geheel andere orde; het gaat over een generiek toegangsrecht voor zowel de dagopvang (0-4) als voor de buitenschoolse opvang (4-12). Het gaat nu ook over vragen als hoe kunnen we het huidige toeslagensysteem vervangen en hoe realiseren we meer samenhang tussen kinderopvang en primair onderwijs om zodoende de toegevoegde waarde voor kinderen en ouders te verhogen. En breder gaat het ook over de rol die de kinderopvang kan spelen bij de inzet van de NPO gelden (Nationaal Programma Onderwijs) om samen met het primair onderwijs deze gigantische opgave tot een succes te maken.

Brede lobby
En er is nog een verschil. In 2016 leek er zowat een leeg speelveld te zijn in de lobby arena. Nu mengen ook de Brancheorganisatie Kinderopvang (BK) en de Branchevereniging Maatschappelijke Kinderopvang (BMK) zich volop in het debat. Maar ook veel partijen verenigd in het Platform Kindcentra roeren zich.

Mooie voorbeelden daarvan zijn de toekomstagenda van de AVS (Algemene Vereniging Schoolleiders) of het manifest ‘een gezonde generatie’ van NOC*NSF. Women Inc. heeft een succesvolle campagne gevoerd voor de toegankelijkheid van kinderopvang. Ook het onderzoek dat Ouders van Nu heeft gedaan, ondersteunt ons pleidooi voor een algemeen toegangsrecht en voor de mogelijkheid om vergaand samen te kunnen werken danwel om ook vanuit één organisatie zowel onderwijs als kinderopvang aan te kunnen bieden. Het is mooi te zien dat zoveel organisaties op dezelfde lijn zitten.

Maar toch. Het maakt de tijden niet minder spannend. Uiteindelijk is beslissend wat er in het regeerakkoord komt. Daar komt nog een steentje in de vijver bij, namelijk het op handen zijnde rapport van de SER over de kinderopvang. Hoewel we daar natuurlijk niet aan tafel zitten, hebben we ook hier alles op alles gezet om onze boodschap te laten landen. Het zou Nederland enorm helpen als ook de SER pleit voor een toegangsrecht voor zowel kinderen van nul tot vier als voor kinderen van vier tot twaalf jaar. Medio mei zullen we weten wat het advies van de SER is. Wij pleiten daarbij voor een ‘kind-MBA’; een Minimum Basis Arrangement van 4-6 dagdelen kinderopvang voor alle 0-4 jarigen en 2-3 dagdelen buitenschoolse opvang, plus behoud van de toegang tot kinderopvang voor ouders die meer uren nodig hebben voor hun werk. Dat is goed voor kinderen, goed voor ouders en goed voor ondernemend Nederland.

Een fundamentele keuze
Maar toch. Het nieuwe kabinet moet echte keuzes maken. Onze voorstellen worden goed ontvangen bij veel partijen. We hebben met het kind-MBA een ‘tussenscenario’ gemaakt dat er goed uitziet en qua kosten realiseerbaar is, afhankelijk van de bijdrage van ouders. Alle ouders toegang geven, kost, op basis van de huidige inkomensafhankelijke tabel, slechts 320 miljoen euro extra per jaar. Maar daarmee is kinderopvang voor de onderkant van de samenleving nog niet goed toegankelijk.

Maak je het basisarrangement kinderopvang voor ouders met een inkomen tot 150% modaal gratis, dan kost dat 1 miljard euro extra op jaarbasis. Maak je het basisarrangement kosteloos voor álle ouders en bied je dat aanbod ook aan werkende ouders voor de uren die ze meer nodig hebben, dan kost dat ongeveer 3 miljard. Deze laatste variant is substantieel goedkoper dan het vierde scenario van het kabinet dat op 6,1 miljard uitkomt, terwijl je er het hele toeslagenprobleem mee oplost en de complexiteit naar nul reduceert.

Ergo, er valt wat te kiezen en men kan niet om fundamentele keuzes heen.

Niettemin, nog een keer ‘Maar toch’. Het rommelt in Den Haag en dat kan nog wel even duren. Het goede nieuws is dat Den Haag niet de wereld is. De praktijk gaat door. We hebben één ding in eigen hand; de ontwikkeling van die dagelijkse praktijk. Na een succesvol ontvangen handreiking voor wethouders ligt er nu een heel mooi interactief magazine over ouderbetrokkenheid. Dit magazine is tot stand gekomen in samenwerking met alle ouderorganisaties uit kinderopvang en primair onderwijs. Bovendien vind je in onze nieuwsbrieven tal van andere mooie voorbeelden van opbrengsten uit de praktijk. We zijn dus niet afhankelijk van Den Haag, maar het zou wel heel fijn zijn als Den Haag ons nu eindelijk echt een handje gaat helpen.

Gijs van Rozendaal

 

Download de brief aan de informateur